Zomersnoei

Het snoeitijdstip is ondermeer afhankelijk van het doel van de snoei, maar als algemene regel geldt dat bomen het best gesnoeid worden in de late lente of de zomer wanneer ze volop in blad staan. Snoeien gebeurt namelijk het best op het tijdstip dat de boom onmiddellijk kan reageren op de verwonding en dat is dus tijdens het groeiseizoen. Dan kan de boom wonden actief afgrendelen en start de wondovergroeiing onmiddellijk.

Een aantal boomsoorten is gevoelig voor ‘bloeden’. We noemen dit de ABC-bomen, wat staat voor Acer of esdoorn, Betula of berk, Carpinus of haagbeuk maar ondermeer ook beuk, valse Christusdoorn, haagbeuk, goudenregen, paardenkastanje, notelaar, populier en vleugelnoot zijn bekende ‘bloeders’. Het gaat natuurlijk niet over bloed maar om water dat uit het houtweefsel ‘gestuwd’ wordt door worteldruk. Als het bloeden beperkt blijft, verzwakt het de boom slechts weinig. De waterstroming beperkt zelfs de kans op infectie van de snoeiwonde. Hevig en langdurig bloeden vertraagt wel de callusvorming (weefsel) onder de snoeiwonde en in enkele gevallen treedt bastschade op. De kans op bloeden bestaat vanaf het moment van herfstverkleuring tot de boom volledig in blad staat. Het is dus aangewezen om deze soorten alleen te snoeien in de zomer. Verwar het bloeden na snoei niet met slijmvloed of bloedingsziekte, die beide het gevolg zijn van een aantasting.

Snoeien tijdens het uitlopen en het vallen van het blad is af te raden. Het afgrendelen en overgroeien van snoeiwonden en het compenseren van het bladverlies vragen zeer veel energie van de boom. In de lente komt de groei van de bladeren, takken en wortels op gang en heeft de boom alle energiereserves nodig voor het opbouwen van nieuw weefsel. Ook het cambium (het levende delingweefsel onder de bast) is in deze periode extra gevoelig, waardoor beschadigingen tijdens het snoeien niet denkbeeldig zijn. De schors kan loslaten als ze belast wordt en tijdens de lente is ze extra gevoelig. Tijdens de herfst worden reservestoffen uit de bladeren opgeslagen in de stam, takken en wortels. Het zijn deze energiereserves die de boom gebruikt om het volgende voorjaar uit te lopen. Door in de herfst te snoeien laat men de boom niet toe om zijn energiereserves maximaal aan te vullen. Ook de sporendruk in de lucht is in de herfst zeer groot, waardoor de kans op besmetting en infectie van snoeiwonden groter wordt. Om de boom niet onnodig te belasten, is het dus beter het snoeien slechts uit te voeren tijdens de zomer, als de boom volledig in blad staat, of eventueel in de winter, als hij in winterrust is.

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x