Bemesting

Bemesting moet enkel gebeuren als de nood daaraan duidelijk gebleken is uit een chemisch bodemonderzoek en eventueel een bladanalyse. Een vakkundige boomverzorger is zeer terughoudend wat betreft bemesting. Vaak zijn gebreken te wijten aan een verstoorde opname door problemen met de waterhuishouding, de zuurgraad of de doorwortelbaarheid. Voor er overgegaan wordt tot bemesting moeten uiteraard eerst een oplossing gezocht worden voor het opnameprobleem, bv. het verbeteren van de fysische bodemeigenschappen en het stimuleren van de bodemdoorworteling en het bodemleven.

Veel bomen zijn trouwens zeer gevoelig voor een plotse verandering van de zuurgraad die optreedt bij bemesting. Voor bomen met een verzwakte conditie (bv. door watergebrek of houtrotschimmels) kan extra bemesting zelfs een averechts effect hebben. De boom groeit zichzelf dan als het ware in steeds meer problemen, terwijl de bemesting enkel een symptoombehandeling is.

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x