Nazorg en watergift

Het al dan niet slagen van de aanplant of de verplanting van bomen hangt in grote mate af van de nazorg. Er moet regelmatig water gegeven worden tot de groei herneemt en min of meer normale scheutlengtes gevormd worden. Om te vermijden dat alle lucht uit de bodem gedreven wordt, moet de watergift gespreid worden over meerdere keren, zeker bij grotere volumes water (bij grote bomen). Het water geven is de verantwoordelijkheid van de eigenaar of de beheerder van de aangeplante bomen, een belangrijke verantwoordelijkheid die soms over het hoofd gezien wordt.

Vanuit de idee dat de kroon in evenwicht moet gebracht worden met de wortels, worden verplante bomen soms sterk gesnoeid. Bij het aanplanten van goed, kwalitatief plantmateriaal is snoeien bij aanplant gewoonlijk echter niet nodig. Kwalitatief plantmateriaal heeft een goed ontwikkelde wortelkluit. Wanneer snoei noodzakelijk is om het evenwicht tussen kruin en wortels te herstellen moet het plantmateriaal afgekeurd worden. Beschadigde en gebroken takken moeten wel verwijderd worden. Hoe meer bladeren er aanwezig zijn, hoe meer voedingsstoffen voorradig zijn voor de wortels om hun groei te hernemen. Voorwaarde is dat de boom voldoende water krijgt. Uitlopende knoppen stimuleren ook de wortels om te groeien. Het is dus raadzaam een verplante boom niet automatisch te snoeien of hier minstens mee te wachten tot de boom is aangeslaan. Dit wil zeggen tot de wortels zich gezet hebben en de boom terug normale scheutlengtes vormt. Meestal is dit pas twee tot drie jaar na de aanplant.

Wij raden aan om tijdens de aanslagfase (minstens) jaarlijks een werfbezoek in te plannen om de bomen op te volgen. Zo weten we exact wanneer de bomen aanslaan en indien nodig (als een takvrije stamlengte gewenst is) kan dan tijdig begonnen worden met de begeleidingssnoei en opsnoeien of opkronen.

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x