Snoeitechnieken

Bij het snoeien moet zoveel mogelijk rekening gehouden worden met de natuurlijke processen in de boom. Door correct te snoeien, verloopt het natuurlijke afgrendelings- en overgroeiingsproces optimaal. Er bestaat slechts één correcte plaats om een tak weg te snoeien: vlak achter de takkraag, de overgangszone tussen stam en tak. De al dan niet verdikte takkraag bevat zowel tak- als stamweefsel. Wordt deze tijdens het snoeien beschadigd (bv. door flush-cut of vlak langs de stam te zagen), dan wordt niet enkel takweefsel weggenomen, maar wordt ook een stamwonde gemaakt. Dit zorgt voor infectie en inrotting van de stam. De takkraag is bij sommige soorten duidelijker te zien dan bij andere en is bij de sommige takken gemakkelijker te vinden dan bij andere.

We kunnen het niet genoeg benadrukken; fouten verhogen de onderhoudskost van een boom aanzienlijk en kunnen zelfs leiden tot gevaarlijke stormgevoelige bomen die voortijdig gekapt moeten worden. Redenen genoeg dus om uw bomen te laten snoeien door een vakkundige, gecertificeerde boomverzorger. Om het certificaat (ETW of ETT) te behalen moet een boomverzorger zijn vakbekwaamheid aantonen in een uitgebreid examen onder de supervisie van de European Arboricultural Council (EAC). Het ETW of European Tree Worker certificaat is in de meeste Europese landen dan ook de standaard.

Begeleidingssnoei

Onderhoudssnoei

Snoeivormen

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x